De Morgen Raaskalt over Rita
From the desk of Jos Verhulst on Sat, 2005-09-24 22:00
De aanwakkering van alle vormen van milieupaniek is een belangrijke politiek-correcte plicht, en het is begrijpelijk dat de Vlaamse kwaliteitskrant De Morgen op dit front de spits afbijt. Dit weekeinde doet Koen Vidal, naar aanleiding van het feit dat orkaan Rita de Amerikaanse kust bereikte, alweer een duit in het zakje.
De Morgen schreef vandaag:
“Het prestigieuze Science Magazine legt een verband tussen de opwarming van de aarde en de toegenomen kracht van orkanen [...] Science Magazine toonde deze week aan dat klimaatsveranderingen resulteren in de opwarming van de zeeën en dat fenomeen zou dan weer verklaren waarom orkanen de laatste 35 jaar in kracht zijn toegenomen. In de jaren zeventig waren er jaarlijks gemiddeld tien orkanen van categorie 4 of en 5, sinds 1990 zijn er jaarlijks 18 superorkanen”.
Dat is een verbazingwekkend bericht en ik snorde dan ook vol nieuwsgierigheid het nieuwe Science-artikel (pdf) op (P.J. Webster e.a. “Changes in Tropical Cyclone Number, Duration, and Intensity in a warming Environment” 309, p.1844-1846, 2005). Niet dat ik alles geloof wat in Science staat, maar ik zal in elk geval Science eerder geloven dan De Morgen.
Wat staat in dat artikel?
De onderzoeksgroep van Webster bestudeerde het aantal en de kracht van de orkanen, die sinds het begin van de jaren zeventig wereldwijd werden geobserveerd. Hoeveel orkanen werden geteld, hoe sterk waren ze, en hoe evolueerde een en ander doorheen de jaren? Hier zijn de belangrijkste vaststellingen.
1) Het jaarlijks aantal orkanen bereikte (over de beschouwde periode!) een jaar of tien geleden een maximum en neemt sindsdien af. Er zijn geen aanwijzingen voor een stijgende trend voor wat betreft het totaal aantal orkanen:
“...the annual number of tropical cyclone days reached a peak of 870 days around 1995, decreasing by 25% to 600 days by 2003 [...] careful analysis of global hurricane data shows that, against a background of increasing [sea water temperature], no global trend has yet emerged in the number of tropical storms and hurricanes” (p.1845).
2) Hoewel het aantal orkanen niet toeneemt, zijn er in latere jaren verhoudingsgewijs meer sterke orkanen:
“...hurricanes in the strongest categories (4 + 5) have almost doubled in number [...] and in proportion” (p.1846; zoals bekend worden de orkanen in functie van de bereikte windsnelheden in vijf categorieën verdeeld; de sterkste orkanen behoren tot categorie 4 en 5).
3) Er is geen toename in de sterkte van de krachtigste orkanen:
“The maximum intensity has remained remarkably static over the past 35 years” (p.1846)
4) Een verband tussen globale opwarming en de toename van het aantal orkanen van type 4 en 5 is niet aangetoond:
“... attribution of the 30-year trends to global warming would require a longer global data record and, especially, a deeper understanding of the role of hurricanes in the general circulation of the atmosphere and ocean, even in the present climate state” (p.1846).
In een bijkomend commentaarstuk (pdf) laat Kerr verschillende meer of minder sceptische onderzoekers aan het woord, en besluit:
“In any case, no one [...] is claiming that these [...] results suffice to link global warming firmly to tropical cyclone intensification” (p.1807).
Conclusie: DM liegt
De Morgen rept enkel over punt 2, houdt de mond over de voor het Heilige Doel onbruikbare punten 1 en 3, en liegt frontaal wat betreft punt 4. De beweringen van De Morgen (‘Rita is een kind van de klimaatverandering’ en ‘...Science Magazine legt een verband tussen de opwarming van de aarde en de toegenomen kracht van orkanen’) zijn pure misleiding. Vermoedelijk heeft Vidal zich laten inspireren door de klimaathysterie die heerst op de redacties van een aantal buitenlandse zustergazetten (zoals bijvoorbeeld The Independent, waarnaar Vidal als bron verwijst; deze Engelse krant bakte het afgelopen week zo bruin dat zelfs de doorgaans politiek geheel correcte BBC meende om tegengas te moeten geven).
Een andere vraag is natuurlijk of de door Webster e.a. sub 2 gerapporteerde trend überhaupt wel reëel is. Op het eerste zicht is het in elk geval vreemd dat er wél meer zware orkanen zijn terwijl de maximale orkaankracht toch onveranderd blijft en het aantal lichtere orkanen daalt. De auteurs van deze studie beschouwden enkel orkanen vanaf 1970 omdat pas vanaf die tijd satellietdata voorhanden zijn. Maar tegelijk vormen de vroege jaren zeventig een periode van erg geringe orkaanactiviteit terwijl in het decennium daarvoor juist zeer veel orkanen werden geregistreerd. Hoe zou het staan met het aandeel van de orkanen van categorie 4 en 5 in die orkaanrijke jaren zestig? Prof. Patrick Michaels voerde een test uit betreffende de orkanen boven de Noord-Atlantische oceaan (voor dit gebied beschikt men over goede gegevens vanaf de late jaren veertig). De data van het Amerikaanse National Hurricane Center bevestigen volledig de bevindingen van Webster e.a voor wat betreft de periode 1970-2004. Maar tegelijk vindt Michaels voor de daaraan voorafgaande tijdspanne precies de omgekeerde trend. Het percentage zware orkanen (categorie 4 + 5) lag in de jaren zestig zelfs nog hoger dan in de periode na 1990.
Het valt dus af te wachten of de door Webster ea gesignaleerde trend stand houdt, wanneer langere tijdspannes worden beschouwd. Maar in elk geval is er geen sprake van enig bewezen verband met globale opwarming. Kortom: De Morgen liegt.
Ondertussen blijken de door Rita veroorzaakte schade mee te vallen. Pech wellicht voor de Kyoto-ideologen, maar goed nieuws voor de bevolking van Louisiana en Texas.