Leve het Engels

De nieuwe taalstrijd

Na het demografisch en economisch overwicht, verliezen de Franstaligen binnen België ook het cultureel overwicht. Tenminste als de Vlamingen het Engels als wapen gebruiken.

Als we geloof mogen hechten aan Johan Vande Lanotte in zijn interview na het BHV-debacle (Humo, 24 mei), dan gaat de SP.a zich in de toekomst Vlaams-radicaler opstellen: “De Franstaligen zijn België aan het opblazen. Ze beseffen niet genoeg dat ze met vuur spelen. En daar maken ze een grote fout.”

Vande Lanotte herhaalt in hetzelfde interview weliswaar dat hij “liever in een centrum-links België leeft, dan een rechts Vlaanderen” – hetgeen betekent dat hij om ideologische redenen bereid is verraad te plegen aan zijn Vlaamse vaderland – maar sinds de BHV-crisis is zelfs bij de SP.a de Vlaamse frustratie groot. De Franstalige partijen, met inbegrip van de PS, hebben immers laten blijken dat zij liever “solidair” zijn met de rijke Francofone bourgeoisie die zich in de groene rand rond Brussel vestigt, dan met de Nederlandstalige kleine man die door deze bourgeois tot vreemdeling wordt gemaakt in zijn eigen dorp.

Dominant

In hetzelfde interview viel me nog een uitspraak op: “De Vlamingen vormen weliswaar de meerderheid in België, maar de Franse cultuur is wel dominant,” zegt Vande Lanotte. Hier vergist hij zich echter. De dominante cultuur in België is tegenwoordig de Angelsaksische. En ook dat is goed nieuws voor Vlaanderen.

Vroeger was het inderdaad zo dat de Vlaamse meerderheid binnen België zich in een minderwaardige positie bevond tegenover de Franse cultuur die mondiaal veel belangrijker was dan de Nederlandse. Vandaag echter is wereldwijd het Engels dominant. In tegenstelling tot het Frans, dat een culturele zowel als een territoriale bedreiging voor Vlaanderen vormt, vormt het Engels hoogstens een culturele bedreiging, maar die is een wereldwijd fenomeen en is voor het Vlaamse volk niet groter dan voor andere volkeren, zoals bijvoorbeeld de Fransen. Daarom speelt de verengelsing in het voordeel van de Vlamingen.

Wanneer ik in Brussel met een Franstalige te maken krijg, spreek ik altijd Engels. Als zijn Engels slechter is dan het mijne, dan ben niet ik de dommerik en het provinciaaltje, maar hij. Dat beseffen de Franstaligen trouwens maar al te best. Ze weten dat ze in de wereld met hun Frans niet ver meer geraken.

De verengelsing van Brussel is de wraak van de Nederlandstaligen. Daarom ben ik persoonlijk geen voorstander van een Vlaamse Republiek met een Brussel als hoofdstad waar permanente faciliteiten gelden voor de Franstaligen. Alleen het Engels mag men in onze hoofdstad faciliteiten geven zo men dit wenst, zoniet dan verplaatst Vlaanderen zijn hoofdstad beter naar een volledig Nederlandstalige stad, terwijl men van Brussel maar een Europees district moet maken: Brussels, District of Europe.

Onderhandelen

De Vlamingen zijn numeriek in België altijd de meerderheid geweest. Maar omdat België nooit een democratie was, hebben de Vlamingen 175 jaar lang niets te zeggen gehad. De Vlamingen zijn economisch sinds het midden van vorige eeuw eveneens de meerderen der Franstaligen geworden. Dat had de machtsverhoudingen moeten rechttrekken, maar het Belgische establishment heeft dit 25 jaar geleden verijdeld door een federalisme met drie in te voeren. Het regime wil dat we die twee drama’s (175/25) dit jaar “vieren.”

Hoewel een zogenaamde “état belgo-flamand” de logische consequentie van de democratische meerderheidsregel was, hebben de Franstaligen zich daar steeds tegen verzet: ze vinden het beneden hun waardigheid dat zij, met hun “superieure” taal en cultuur, geregeerd zouden worden door cultureel minderwaardige “Menapiërs.”

Vandaag kan de Vlaming zich in het Engels tot de wereld richten en daardoor het beeld van België in het buitenland bepalen. Het Engels is de culturele wraakgodin van de Vlamingen.

Er is aan de nieuwe taalstrijd nog één aspect dat al te vaak vergeten wordt. Wij moeten ons niet alleen tot de wereld richten in het Engels, maar ook tot de Franstalige Belgen zelf. Welke taal domineerde tijdens de B-H-V-onderhandelingen rond de tafel? Noch FDF-voorzitter Olivier Maingain noch PS-politica Laurette Onkelinx spreken voldoende Nederlands om ons te verstaan. Zij kunnen daardoor hun superieure dédain voor de Vlaming blijven cultiveren, want zolang het vanzelfsprekend blijft dat zij onze taal niet moeten verstaat maar wij de hunne wel, zolang kunnen zij blijven denken dat zij veel belangrijker zijn omdat wij maar een taaltje spreken van 22 miljoen mensen en zij een van bijna 80 miljoen. Zo immers werkt hun racistische psyche. Ze voelen zich vier keer zo goed als wij en blijven hun heersersmentaliteit cultiveren.

Daarom moeten Vlaamse politici eisen dat alle onderhandelingen met de Franstaligen voortaan in het Engels verlopen. Het gaat ten gronde immers om onderhandelingen tussen twee naties, waarbij zoals bij andere internationale onderhandelingen, het Engels wordt gebezigd. De teksten van de Belgische boedelscheiding moeten in het Engels worden opgesteld, zoniet zal het psychologisch voordeel dat wij de Franstaligen gunnen, nooit worden geneutraliseerd.

(Verschenen in Doorbraak, juli 2005)